Vorige keer, op 5 december, Sinterklaasavond, zat ik urenlang op de bus te wachten. Geen heerlijk avondje. Ook geen heerlijk nachtje overigens. Hoewel ik twee stoelen tot mijn beschikking had was het erg beroerd slapen.
Bij aankomst in Bangkok heb ik een taxi aangehouden en ben ik direct naar het hostel gegaan. Wellicht heb je het idee dat het hier beter is om een tuktuk te nemen maar niks is minder waar. Tuktuk bestuurders staan erom bekend toeristen op te lichten en verschillen daarnaast niet eens zo heel veel in prijs van de taxi. Taxi\’s kennen een starttarief van 35 baht en een gemiddeld ritje kost je uiteindelijk zo\’n 70 baht, ongeveer €2,-. Daar kun je niet voor tobben. Wel is het belangrijk erop toe te zien dat de meter inderdaad aangezet wordt en spreek geen prijs van tevoren af, zo wordt je als toerist namelijk hoe dan ook opgelicht.
Na te hebben ingecheckt ben ik naar de Vietnamese ambassade gereisd, dit keer deels met de taxi, en deels met de skytrain (soort bovengrondse metro) omdat het verkeer nogal eens vaststaat in Bangkok.

Bij de Vietnamese ambassade heb ik mijn visum geregeld die begin van het nieuwe jaar ingaat en voor 3 maanden geldig is. ‘4000 baht please, Sir’. Met een lege portemonnee liep ik weer naar buiten. Over vier dagen zou ik mijn paspoort met visum weer op kunnen halen.

Savonds ben ik met een groepje toffe medereizigers het nachtleven van Bangkok wezen verkennen. Wat begon met relaxed vruchtenshakes drinken op Khao San Road werd uiteindelijk een licht shockerende ervaring elders in de stad. Oh Bangkok…

De volgende dag zou Kees in Bangkok landen. Mijn Cambodjaanse vrind Rake werd met behoorlijke koppijn wakker dus besloten we een kijkje te nemen in een van de vele massagesalons die Bangkok kent. Op de terugweg wilden we ijs halen maar dat wordt hier blijkbaar voornamelijk op brood geserveerd. Taaaamelijk ranzig dunkt me, ik hoef geen ijs meer.

Terug in het hostel bleek Kees al gearriveerd te zijn. Na Savonds opnieuw te gaan stappen doen we de komende drie dagen vrij weinig noemenswaardigs (wat af en toe best relaxed is), behalve dat ik mijn paspoort ophaal bij de ambassade. Op de terugweg hiervan sta ik met de taxichauffeur vast bij Royal Palace. De nieuwe koning gaat een rondje rijden en heeft de halve stad afgezet. Na een uur lang met de taxichauffeur bananenballen gegeten te hebben, over Nederlands voetbal te moeten praten (waar ik geen bal vanaf weet, no pun intended), en in een glimp de nieuwe koning gezien te hebben kom ik eindelijk weer terug bij het hostel.

De volgende dag willen Kees en ik via Ayuthaya naar Chiang Mai reizen. Maar niet voordat… ik langs ga bij Bangkok Hospital om een afspraak te maken. De verstandskies waar ik enkele weken geleden over schreef weet zich niet te gedragen en moet eruit. In het hospitaal vroeg ik wat de kosten zijn en of er een wachtlijst is. Die laatste vraag begrepen ze niet. Toen ik besloot om dan maar gewoon een afspraak te maken vroeg de receptioniste of ik vanmiddag tijd had. ‘Wachtlijst’ voor het chirurgisch verwijderen van een vestandskies is hier dus een onbekend concept. Omdat dezelfde dag mij iets te snel was besloot ik een afspraak te maken voor 23-12. Volgens familie zou hij \’eruit gezaagd\’ worden, of ‘slaan ze hem daar met een kokosnoot uit je bek\’. Maar op het eerste gezicht zag het hospitaal er zelfs voor Westerse begrippen heel goed uit (helaas vergeten een fotootje te maken). Dat dit een hardhandige Thaise massage wordt is echter onontkoombaar.

Op naar Ayuthaya. Na voor 15 baht (nog geen €0,50) pp twee uur in de trein te hebben gezeten arriveren we in Ayuthaya. De historische stad staat op de UNESCO werelderfgoedlijst, even kijken dus. 400 jaar geleden was deze stad het centrum van Thailand en stond ze bekend om haar handel. Ook de V.O.C. had hier handelsposten. Totdat de Birmezen de stad binnenvielen en alles kapot sloopten.





Na het bezichtigen van deze schitterende monumenten pakten we de nachttrein naar Chiang Mai. De afgelopen dagen hebben we hier de zondagse nachtmarkt, de natuur, en de vele ‘wat’s (tempels) bezocht. Hoewel Chiang Mai een behoorlijk grote stad is, is er naast stad bekijken ook veel te doen voor de wandelaar en de natuurliefhebber. De beestjes die ik in Khao Sok door de regen niet zag, liepen hier in de bossen in grote getalen rond.









Morgen is onze laatste dag in Chiang Mai. Hierna reizen we door naar Pai. Een plek die bekend staat om het hoge hippie gehalte en de gemoedelijke sfeer. Klinkt goed! Tot die tijd scooteren we nog even door het levensgevaarlijke en chaotische Thaise verkeer.

