Bewogen Cambodja

Na een week in Bangkok rondhangen om te genezen van m’n net verwijderde kies begon de reislust alweer te kriebelen. Het was tijd om naar Cambodja te gaan.

Het was weer even leuk Bangkok

28 december is het dan eindelijk zover. In de ochtend word ik opgehaald en naar de bus gebracht. Deze brengt me op zijn beurt naar Siem Reap in Cambodja. De busreis duurt zo’n acht uur, waarvan ik twee uur stilsta bij de grensovergang. Na twee uur wachten en €40 voor een visum betaald te hebben rijden we met de bus verder.

Urenlang wachten bij de paspoortcontrole
Je visum betaal je in dollars. Dit is trouwens ook de valuta die in Cambodja gebruikt wordt aangezien de Riel (lokale valuta) in het verleden onbetrouwbaar was
Grensovergang Cambodja

Eenmaal de grens overgestoken was het me al snel duidelijk, ik was in een derdewereldland aangekomen. Zeker savonds, toen we aankwamen in Siem Reap, viel op dat straatverlichting vaker niet dan wel aanwezig is. Ook vind je overal langs de straat afval. Van kleine hoopjes tot hoge bergen.

Bij aankomst in een donker Siem Reap was het nog zaak dat ik naar mijn hostel kwam. Een goed Engels sprekende Cambodjan kon me in zijn tuktuk naar mijn hostel brengen.  Bij hem kon ik ook een tuktuk naar Angkor Wat voor de volgende dag boeken. Dat leek me prima. De prijs was niet te hoog en de gids Engelstalig. Om 4:45 werd ik de volgende dag opgepikt om dit tempelcomplex samen met de rest van Angkor te gaan bekijken. Waarom zo vroeg? Omdat bij Angkor Wat de zon heel mooi op zou komen en het daarom het startpunt is van iedere tour door Angkor, de hoofdstad van het Khmerrijk dat bestond van de 9e tot de 15e eeuw. De man die me oppikte was echter niet de goed Engels sprekende man die ik gisteravond sprak, maar zijn zogenaamde broer. Jaja.. De tour was desalniettemin interessant, maar zonder Engelstalige gids miste ik toch heel wat van de context waarin de verschillende gebouwen ooit functioneerden. Ook was de Angkor Wat Sunrise echt enorm toeristisch.

Na ongeveer de helft van Angkor gezien te hebben vond mijn gids het welletjes geweest en bracht hij me terug naar m’n hostel. Ik haalde wat eten in Siem Reap, zwom een rondje in het zwembad, dronk een biertje, ging douchen en werd vervolgens bijzonder beroerd. Mijn eerste voedselvergiftiging in Zuidoost Azië was aan. Bij een vriendelijk vrouwtje had ik een smoothie gehaald waar waarschijnlijk, naar lokale gewoonte, ei doorheen is gegaan. Het laatste slokje was dan ook ontzetten slijmerig. Iets te sterk voor mijn maag helaas. Van 29 december tot en met 4 januari heb ik geslapen, niks gegeten en me vooral beroerd gevoeld. Ook de jaarwisseling is volledig langs me heen gegaan, afgezien van het Bachusfeest dat op mijn slaapzaal voor zestien man werd afgesloten met her en der wild gehijg, luid gekreun en vooral veel kots. Lang leve backpacken met een budget en hostels van €3,- per nacht! Op 5 januari was ik weer fit genoeg om verder te kunnen reizen naar Phnom Penh.

Voordat ik me zou verdiepen in de Khmer Rouge genocide wilde ik meer zien van Phnom Penh. Om te beginnen heb ik op 6 januari wat door Phnom Penh gelopen en o.a. het National Museum bezocht. Mijn conclusie: best een stinkstad. Hoewel het er op sommige plekken best mooi uit ziet, is het gewoon allemaal net niet wat het moet zijn.

Bloedirritant zijn ze. Van veraf staan tuktukrijders al te schreeuwen naar je ook al wil je duidelijk geen tuktuk. Op een dag bedank je ze makkelijk honderd keer. Deze ligt gelukkig niet op te letten
Park voor het National Museum
Wat Phnom, waar volgens de legende Phmon Penh gesticht zou zijn

De volgende dag was het tijd om Choeung EK (Killing Fields) en Tuol Sleng (S21-museum) te bezoeken. Wat dit is? Nou, in a nutshell: toen de Vietnamoorlog zich uitbreidde werd hard opgetreden tegen de Vietcong (Vietnam) en de Rode Khmer (Cambodja). Voornamelijk Amerika gooide lustig bommen op het platteland van Cambodja om het communisme tegen te houden. Dit alles mocht niet baten en maakte de Rode Khmer juist sterker doordat ze meer steun kregen van de bevolking die leed onder de bombardementen. Op 17 april 1975 won de Rode Khmer de burgeroorlog die in Cambodja aan de gang was en liepen ze Phnom Penh binnen. De bevolking was blij, want de oorlog was over, Phnom Penh was bevrijd. Pol Pot, de leider van de Rode Khmer werd dictator van Cambodja. Hij wilde de glorie van het oude Cambodja weer herstellen vanuit de beginselen van een agrarische samenleving. Drie uur na het bevrijden van Phnom Penh werd de stad ontruimd. Alle bewoners, sterk en zwak, jong en oud, zwanger en kreupel, moesten de stad uit lopen richting het platteland waar ze gedwongen arbeid moesten doen. Nieuwe mensen, ook wel 17 april mensen genoemd, waren mensen die in de stad waren opgegroeid en intellectueel waren. Deze mensen werden systematisch uitgeroeid, slechts een bril dragen was voldoende. Pol Pot wilde alleen oude mensen, mensen die op het platteland waren opgegroeid en daar werkten.

Ik begon bij het S21- museum. Deze school werd door de Khmer Rouge omgebouwd tot gevangenis waar gevangenen hels behandeld werden. De balkons werden afgeschermd met prikkeldraad nadat een gevangene zelfmoord had gepleegd door naar beneden te springen. Dood gaan was een ontnomen recht geworden.

Vanuit S21 werden gevangenen naar Choeung Ek, ook wel The Killing Fields genoemd, gebracht om geëxecuteerd te worden. Tussen 1974 en 1979 zijn hier minstens 20.000 mensen omgebracht. Slechts zeven personen overleefden S21.

Deze dag was bijzonder aangrijpend. Ik ben zelf al niet in staat de gruwel van deze (of enige andere) genocide te bevatten, laat staan dit over te kunnen brengen in een blog. 

Na Choeung Ek werden ik en mijn reisgezelschap terugbracht naar het hostel waar ik mijn reis naar Koh Rong Samloen heb voorbereid. Inmiddels zit ik in Sianoukville en morgen pak ik de boot naar Koh Rong Samloen. Een eiland zonder wegen en elektriciteit, zolang het nog duurt..